Tussen heuvels en rivier: Kleine rijke tuin
Bosanemoontjes (in een andere tuin). (Foto Vereniging NME).
Deze week willen we ingaan op een bericht van een lezeres. De dame schreef hoe zij het begin van het nieuwe seizoen dit jaar anders beleefde dan eerdere jaren. Dat was voor haar de aanleiding om ons te schrijven.
In onze kleine tuin, schreef zij, doen we wat we kunnen om de natuur de ruimte te geven. Deze winter lieten wij vrijwel alles staan wat uitgebloeid en verdord was. De tuin zag er dus heel anders uit dan in andere winters. Zeker in het begin vond ik dat rommelig. Veel planten verdorren en sterven boven de grond helemaal af, van andere blijven stengels staan, met een rest van blad en soms zaden. In holle stengels overwinteren insecten, allerlei zaden zijn voer voor vogels en plantaardig afval dat op de grond valt is altijd goed voor de bodem. Het is dus zinvol, deze dingen niet weg te halen. Gewoonlijk waren wij in de loop van het najaar hard aan het opruimen, nu deden we dat niet. De tuin heeft zich zelf volmaakt op de winter voorbereid. Wij hielden alleen het pad en het kleine terras vrij van blad, gazon hebben we niet.
Tot half maart had ik nog bijna niets in de tuin gedaan, in elk geval niet op en in de grond, om niets te verstoren dat op het punt stond op te komen en ook, omdat het nog steeds koud kan zijn. Nu was er genoeg zichtbaar geworden om veilig dorre plantenresten uit de tuin te halen. Die resten knipte ik niet fijn, om wat er mogelijk nog in leefde met rust te laten.
Ik begon op een sombere dag aan het tuinwerk en ik had er een beetje tegenop gezien. Toch werd dat werk de aanleiding voor om dit verslagje. Mijn stemming klaarde al snel op, door de rust en de beloning. Toen ik de dode stengels uit de borders weggeknipt had, haalde ik het blad tussen de planten vandaan en zag ik onder mijn handen die kleine tuin mooier worden. Dat had ik kunnen verwachten, maar wat mij enorm verrast heeft, was het leven dat zich onder die plantenrestendeken schuilgehouden had, op de bodem en in de bodem. Dat laatste zag ik bij het uitsteken van beginnende onkruidjes (ik schep zo min mogelijk in de grond). Onder de blad- en plantenresten was prachtige, losse grond tevoorschijn gekomen, mooi van kleur en van structuur, die vol wormen bleek te zitten! Wormen verwerken plantaardig afval, waardoor dat herbruikbaar is voor het nieuwe plantenleven. En ze houden bovendien de grond luchtig, waardoor planten er gemakkelijk in wortelen en de waterhuishouding gezond is.
En er was meer dierlijk leven dat mij plezier deed, al klinkt dat misschien vreemd: onder de verdorde laag vond ik nogal wat huisjesslakken en half onder een paar losse veldkeien pissebedden. Die beide diersoorten zijn niet zo geliefd, maar toch deed het mij goed, ze in onze tuin te vinden. Met zowel de pissebed als de huisjesslak gaat het op de Veluwe niet goed. Voor de vorming van de huisjes voor de slakken en de pantsers van pissebedden is calcium nodig. De overmatige stikstofneerslag maakt dat calcium wegspoelt uit de bodem. Allerlei vogels echter, waaronder koolmezen en pimpelmezen, eten huisjesslakken en pissebedden. Zij hebben de calcium nodig voor de schaal van hun eieren en voor de botjes van de jonge vogels. Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Daar moest ik onder het tuinwerk aan denken. Zwakke schakels helpen herstellen, kan eenvoudig zijn.
Graag nodigen we lezers die iets interessants te vertellen hebben dat de natuur in onze eigen omgeving vooruithelpt, of vragen daarover, te schrijven naar Vereniging Natuur en Milieu Epe: info@natuurenmilieuepe.nl. Zie ook www.natuurenmilieuepe.nl.