Tussen heuvels en rivier: Bezem, volle maan en rode wouw

Ets ‘maannacht’ van Cor van der Woerd (1901-1994)

Op een rustige doordeweekse ochtend, in het centrum van Epe, was een man bezig, de stoep te vegen. Toen het pad van zijn huis tot aan de straat schoon was, nam hij het veegsel op. Hij werkte in alle rust en er ging rust van hem uit.

Een dag of tien later denk ik aan het blad dat de komende tijd langzamerhand zal gaan vallen. Met een beetje geluk en veel wijsheid zouden we een seizoen kunnen hebben om naar uit te zien. Harde wind en zware regens moeten dan een poosje uitblijven, dat is het geluk dat we nodig hebben. En de wijsheid? Niet zelf onnodig tumult maken. Blad kan op veel plekken bovendien prima blijven liggen. Misschien niet de hele winter, maar wel een hele tijd. De schoonheid van de herfst is te mooi om te missen en die schuilt voor een flink deel in het brons en het goud van de bomen. Dat stemt vredig. Waarom zouden we daar niet zo lang mogelijk van genieten? Waar niet gelopen of gereden wordt kan blad prima blijven liggen. Als de ondergrond niet stenig is zal het de bodem beschermen tegen dichtslaan door neerslag en voedingsstoffen uit het blad zijn een milde, natuurlijke vorm van bemesting – vooral blad van linden is in dit opzicht heel waardevol. Linden wortelen diep en zo bevat hun blad voedingsstoffen waar planten en bomen niet vanzelfsprekend over beschikken. In onze dorpen, in deze prachtige streek van ons land, is veel om zuinig op te zijn, aan schoonheid en aan rust. De natuur is dicht bij ons. De man met zijn bezem op het tuinpad weet dat, misschien wel zonder er bij stil te staan. Als vanzelf.


Onlangs was het vollemaan. Als het land door de volle maan beschenen wordt geloof je je ogen niet, ook niet als je dat al ontelbare keren hebt gezien. Het landschap wordt overgoten met zilver (brons en goud hadden we al) en met bewegingloosheid.
Voor het eerst in mijn leven zag ik een paar dagen geleden in onze eigen omgeving een rode wouw. Boven het buitengebied aan de rand van de Veluwe bewoog hij zich heel hoog in de lucht. Zo hoog en wel viel hij direct op, je hoeft geen vogelkenner te zijn om te weten dat dat deze roofvogel geen buizerd is. De rode wouw is flink groot, met een spanwijdte tot rond 170 cm, hij heeft een duidelijk-gevorkte staart waarvan hij de punten wijd kan spreiden en grote witte vlekken aan de onderzijde van zijn vleugels. Zijn vliegen is opmerkelijk elegant, heel licht en zwierig. Een prachtige vogel dus, maar belangrijker dan zijn pracht is dat hij zich de laatste tijd regelmatig laat zien op de Veluwe. De wouw was vele decennialang amper meer te vinden in ons land, behalve wellicht als hij overtrok, in voor- en najaar. Dat verandert nu, door beschermende maatregelen, door ontwikkelingen in de natuur (er is meer aas voorhanden), of door allebei?


Als je naar de rode wouw kijkt, hoog in de lucht, kijk je naar stilte. Ook zijn roep verbreekt die niet.
Een heel enkele keer gebeurt het, dat het stil is om je heen, zo stil, dat het je opvalt. Stilte is steeds zeldzamer. De bezem, de volle maan en de rode wouw raken alle drie aan de stilte.
Stilte is zoiets als donkerte. Ze hebben gemeen dat je er gemakkelijk aan voorbij kunt gaan, ze krijgen pas betekenis als je erbij stil gaat staan en kunnen dan belangrijk worden. Aan stilte kunnen we zelf veel doen – en aan donkerte ook. We kunnen om te beginnen de diersoort mens daar een veel beter leven mee geven en intussen ook het overige deel van de natuur.


Graag nodigen we lezers die iets interessants te vertellen hebben dat de natuur in onze eigen omgeving vooruithelpt, of vragen daarover, te schrijven naar info@natuurenmilieuepe.nl
Zie ook www.natuurenmilieuepe.nl.

Vorige
Vorige

Tussen heuvels en rivier: Nacht van de Nacht

Volgende
Volgende

Meten=Weten: Er hangt een nevel van bestrijdingsmiddelen boven Nederland