Tussen heuvels en rivier: Egels, slakken en meer egels

Naakte slak, foto © Ruud Overes

Een dame uit Epe attendeerde ons op een minder vrolijke kant van automatische grasmaaiers. Sommige mensen schijnen het liefst ’s nachts zo’n robot over hun gazon te laten scharrelen. Dat is een groot gevaar voor egels, vertelde de bezorgde dame. Egels zijn nachtdieren en ze hebben het al zo moeilijk, er zijn er steeds minder. Helaas is dat waar. Gelukkig is het niet zo moeilijk, om die aardige beestjes te helpen.

In de nazomer en vroege herfst worden jonge egels geboren. Juist die kleintjes zijn erg kwetsbaar. Het risico dat het bij een ontmoeting met een robotmaaier fout gaat is voor hen levensgroot. Dit probleem is gemakkelijk te voorkomen, door de grasrobot niet meer ’s nachts laten werken. Dat is geen enkele moeite voor de bezitter ervan, maar wel een directe verbetering voor egels. Ze willen zich graag thuisvoelen in onze tuinen.


Egels zijn nachtdieren. Zijn ze midden op de dag actief, dan is dat geen goed teken. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ze zo weinig te eten vinden dat ze ook overdag op zoek gaan. Er wordt dan ook veel aangeraden om egels te voeren. Egels zijn omnivoren, ze eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Bessen en ander (niet zoet) fruit, paddestoelen, insecten en slakken vormen een flink deel van hun dieet. Wat die slakken betreft hebben egels een sterke voorkeur voor huisjesslakken. Het waren weliswaar vooral de naakte slakken die afgelopen zomer zo’n overlast gaven, maar toch stemt het u misschien wat geduldiger over de slakken in het algemeen dat ze voor het bestaan van egels van belang zijn. Slakken zijn opruimers. En bestrijding ervan met gif, zelfs als dat ‘biologisch verantwoord’ is, doodt behalve slakken ook….. egels.


Als u zelf egels wilt voeren, dan is het beste, egelvoer te kopen, of droge kattebrokjes te geven. Nu er jonge egeltjes zijn, is het goed, die brokjes zacht te maken met wat water. Egels zouden overal in ons land kunnen leven, in tuinen, in parken, in bossen en bosranden. Terrein waar ze zich het best kunnen handhaven biedt voldoende rust, beschutte, droge hoekjes, bijvoorbeeld onder dichte struiken, takkebossen, opgehoopte plantaardige ‘rommel’. Dor blad en dergelijke gebruiken ze om hun nest mee in te richten, maar het is ook de omgeving waar ze hun voedsel vinden. Insecten, spinnen, slakken, muizen, kikkers en padden, al die kleine dieren bewegen zich eigenlijk het liefst waar het groen niet opgeruimd is alsof het een woonkamer is. Dieren moeten zich altijd kunnen verstoppen en allemaal moeten ze eten. Alle leven in uw tuin bewijst u echt een grote dienst door blad te laten liggen waar het maar kan en voor andere plantenresten geldt hetzelfde. Waar de aarde niet bloot ligt, spoelen voedingsstoffen niet weg en zorgt het leven van talloze kleine beestjes voor een mooie, losse grond waar in het nieuwe seizoen de planten blij mee zullen zijn. Zo heeft u minder werk en een gezondere tuin. Als u weet waar u het voor doet, krijgen ‘netjes’ en ‘slordig’ een heel andere betekenis.


Nog even terug naar de egels. Dat er steeds minder zijn heeft verschillende oorzaken. Er zijn veel te weinig insecten. Er wordt gif gebruikt, er zijn hekken waar egels niet doorheen kunnen, er zijn wegen en ja, kennelijk zijn er grasrobots in nachtdienst. Hekken en schuttingen zijn eenvoudig egelvriendelijk te maken met hier en daar een opening van 15 cm doorsnede. De nachtrust voor grasrobots is nog gemakkelijker te realiseren. De wegen en het gebrek aan insecten zijn ingewikkelder. Hoewel: we kunnen vandaag nog besluiten, geen gif meer te gebruiken.


Graag nodigen wij lezers die iets interessants te vertellen hebben dat de natuur in onze eigen omgeving vooruithelpt, of vragen daarover, Vereniging Natuur en Milieu Epe te schrijven: op mailadres info@natuurenmilieuepe.nl. Zie ook www.natuurenmilieuepe.nl

Vorige
Vorige

Tussen heuvels en rivier: Vogels, vlinders en ecoducten

Volgende
Volgende

Hoe krijg je het weer donker op de Veluwe? ‘Het is net alsof iemand het dimlicht steeds omhoog draait’